Roald

over beschut

Roald werkt als praktijkbegeleider in een productiehal van Werkzaak. Hij begeleidt zo’n 50 mensen. In de productiehallen werken mensen uit drie klantgroepen; werkzoekenden uit de Participatiewet waaronder mensen met een indicatie beschut en mensen met indicatie Sociale werkvoorziening (SW'ers). Voor iedereen is er nadrukkelijk aandacht voor leren en persoonlijke ontwikkeling.

Zie je verschillen tussen de klantgroepen?

Roald: 'De meeste SW’ers zijn wat ouder terwijl de beschutters juist jonger zijn. Ik zie ook een verschil in houding. Beschut mensen zijn vaker flexibeler, denken zelf veel mee en blijven niet hangen in de indicatie die ze hebben. Ze willen zich ontwikkelen en denken in mogelijkheden.

Bij de SW’ers zie je vaker dat ze afwachtend zijn en minder bereid lijken om te leren en te veranderen. Dat heeft wel met het verleden te maken denk ik, omdat er ook anders, meer zorgend, naar hen werd gekeken en minder oog was voor ontwikkelmogelijkheden. Dit komt deels voort uit de toen geldende wet- en regelgegeving.'

Wat hebben die verschillen voor effect?

'Het is heel positief dat mensen met indicatie beschut meer de wil hebben om zich te ontwikkelen. Als je hen vraagt of ze iets aan opleiding of ontwikkeling willen doen zeggen ze; ja leuk! Een SW’er zegt veel vaker: moet dat? Door de meer positieve insteek van beschutters kan ik ze uiteindelijk ook verder helpen in hun ontwikkeling.

Ik zie dat de beschutters fysiek meestal beter zijn en juist psychische problemen hebben. Bij deze mensen is de diagnose, bijvoorbeeld autisme, al vroeg gesteld. Dat kan een voordeel zijn voor deze persoon. Omdat je het er dan makkelijker over kan hebben. De beschutter heeft al nagedacht over wat deze diagnose voor hem betekent en leerde al beter om te benoemen hoe hij wil dat ik en anderen met hem omgaan. Dan gaat samenwerken makkelijker en dat biedt mogelijkheden voor het werken bij een werkgever.'

Heb je een voorbeeld?

'Er is een jongen met autisme, die weet wat-ie wil. Hij heeft het juiste pakketje normen en waarden en probeert graag dingen uit. Hij wil werken in de logistiek, doet nu veel met de vorkheftruck. Komt er een andere klus voorbij, dan pakt-ie dat ook aan. Voor hem is het wachten op de juiste werkplek met voor hem goede omstandigheden. Zoals begeleiding waarbij hij begrip en ruimte krijgt om werk even los te laten.'

En nu het aantal beschutters groeit, wat doet dat met de wsw’ers?

'De ontwikkeling van alle medewerkers is bij Werkzaak steeds normaler geworden. De komst van meer beschutters heeft daar enigszins een positief effect op. Met de beschutters lukt het beter om stappen te zetten.'

Hoe zie jij de kansen op extern werken en wat is ervoor nodig?

'Als de mensen jong binnenkomen, is de kans groter om uit te stromen. Het heeft veel met de eigen instelling en inzet te maken. De wil om iets anders te proberen. Niet in de box te blijven denken waar je nu inzit.

Als iemand komt met een wens of idee willen wij, als praktijkbegeleiders en werkcoaches, daar gehoor aan geven. Zo sluiten we aan op de eigen wensen. Door die ontdekkingsmogelijkheden te bieden komen mensen in de flow. Ook als ze een idee hebben dat niet haalbaar blijkt. Leren omgaan met tegenslag en de omslag te maken naar: wat kan dan wel? Ik probeer altijd goed door te vragen wat ze willen. Een antwoord kan zijn: werken bij de trein. De vraag is dan: als machinist of kan het ook toezichthouder of schoonmaker zijn? De juiste omgeving met de juiste collega’s is vaak belangrijker dan de inhoud van het werk.'

Hoe verdeel jij je tijd over de productie en de 50 mensen?

'Ik doe een aantal ontwikkelactiviteiten in groepsverband. Zoals de weekstart en groeps e-learning met filmpjes en vragen die werk gerelateerd zijn. Ik voer persoonlijke gesprekken en werk mee op de werkvloer, want juist dan hoor je nog eens wat of zie je dingen gebeuren. Daar kan ik inspelen op gedrag en ontwikkeling vanuit concrete situaties. Bijvoorbeeld als mensen van werkplek ruilen, terwijl de ander ‘nee’ zegt.'

Welke soort werk zie je beschutters vooral gaan doen, is er een tendens of is het divers?

'Heel divers: productiewerk, zorg, administratie, schoonmaak, enzovoort. Soms denken mensen wel in een koker. Op basis van verhalen is er wel eens sprake van verkeerde beeldvorming over een bepaalde sector. Ik raad mensen aan zelf te gaan kijken en uit te proberen en niet alleen op een verhaal af te gaan.'

Wat heb jij nodig om je werk met beschut goed te doen?

'Ruime bemensing om voldoende aandacht aan mensen te kunnen geven. Verder zie ik dat de werkcoaches meer inzicht hebben op werkplekken en de mogelijkheid om iets uit te proberen tijdens stages. Bijvoorbeeld werken in een kledingwinkel. Ik denk dat we sneller spijkers met koppen kunnen slaan als mensen buiten de hal positieve ervaringen opdoen en die ook delen.

Meer rapporteren, mag van mij ook vanzelfsprekender worden. Zodat ik daar informatie uit kan halen en bijvoorbeeld negatieve ervaringen bij deelnemers kan voorkomen. Zelf rapporteer ik wel. Weten wat er thuis leeft bij mensen, is ook heel belangrijk. Door samen te werken met bijvoorbeeld een begeleider kunnen we beter zorgen voor eenduidigheid in informatie: dus, delen wat we gaan doen. Bijvoorbeeld: we gaan dit proberen, dat vindt hij spannend, kan dat hij in tranen thuiskomt, dat je het weet en dat het helpt om het erover te hebben.’