Iets terug doen
voor Nederland
Mini productielijn voor mondkapjes
Herbruikbare mondkapjes maken en tegelijkertijd het Nederlands bijspijkeren: een groep zeer gemotiveerde werkzoekenden van Werkzaak, van verschillende nationaliteiten, laten het mes aan twee kanten snijden. Naalden, draden en vooral veel lapjes stof zijn het decor van de mini productielijn voor mondkapjes die in 2020 tijdens corona werd gestart bij Dynamiek van welzijnsorganisatie Mozaïek in Tiel. Met als opvallend detail Nederlandse woorden aan de muur.
Lieke van der Heijden, Coördinator van de locatie Dynamiek geeft aan dat het een echte voor- en dooractiviteit is, “Ze leren van elkaar, dit is precies waar we voor staan.” Avri zorgt voor het gebruikte textiel waarvan de kapjes gemaakt worden. In elk mondkapje komt een label te hangen over de samenwerking Werkzaak-Mozaïek-Avri.
Werkzaak werkt al langer samen met Mozaïek en Avri. Ook voor het vervaardigen van de mondkapjes wisten de partijen elkaar te vinden voor het verbinden van mensen, ruimte en materialen.
Ik ben hier veilig, de mensen doen heel aardig tegen mij: ze hebben heel veel voor mij gedaan. Ik wil iets terugdoen voor die mensen.
Taalverwerving
“Naast bezig zijn is taalvaardigheid leren op de werkvloer erg belangrijk. Overal hangen Nederlandse woorden zodat ze hiermee kunnen oefenen. Wat de kansen op een baan aanzienlijk vergroot. Een win-win-situatie”, vertelt Carla Neven, werkcoach van Werkzaak.
Mini-productielijn gestart
"Werkzoekende vrouwen maken drie uur per dag, drie dagen in de week mondkapjes met de meest sierlijke patronen. Twee werkzoekenden zijn heel ervaren," vertelt de werkcoach. "Ze leren de anderen met naald en draad omgaan. Er is een heus mini-productielijntje. De mondkapjes zijn een leuke bijkomstigheid”, vertelt coördinator Lieke. Ze worden gedragen door medewerkers en vrijwilligers van de Mozaiek, Avri en Werkzaak. “Maar het gaat erom dat de dames zich ontwikkelen. Op het gebied van samenwerking en van communicatie.”
‘Ik hou er niet van om thuis te zitten’
De vrouwen in het atelier hebben verschillende landen van herkomst, van Syrië tot Eritrea. De uit Eritrea afkomstige Hanna Kiflay woont zo’n twee jaar in Tiel. Voordat het mondkapjesproject startte, deed ze al het nodige vrijwilligerswerk. "Bij Klesteo (een kledingbank) sorteerde ik kleding.", aldus Kiflay. Maar daar houdt het qua ervaring met kleding wel op. Toch hoefde ze er niet lang over na te denken om mee te werken aan de mondkapjes. "Ik hou er niet van om thuis te zitten." Bovendien is er een goede werkverdeling. Mijn collega naait, ik strijk en knip." Voor nu dan: stukje bij beetje leren de anderen haar hoe ze moet naaien.
Ik wil iets terugdoen
Eén van de meer ervaren krachten is Sumiah Adries. “In Syrië heb ik twee jaar gestudeerd op naaien’’, klinkt het. En ze was docent. Ze woont in Tiel. Dat ze nu achter de naaimachine mondkapjes maakt, ziet ze als een soort wederdienst. “Ik ben hier veilig, de mensen doen heel aardig tegen mij: ze hebben heel veel voor mij gedaan. Ik wil iets terugdoen voor die mensen.’’
Maar het liefst wil ze weer het lokaal in. “Als klassenassistent’’, klinkt het. “Maar dan moet wel het Nederlands beter zijn’’, vertelt Carla. "Voor klassenassistent heb je mbo 3 nodig. Dat is nog een lange weg te gaan: je Nederlands moet écht goed zijn.’’ Op dat vlak zit Adries niet stil. “Ik studeer thuis en ga naar school.’’ En ook het werk bij Dynamiek draagt het nodige bij. Lachend: “Ik móét Nederlands spreken.’’
Altijd Nederlands gesproken
Binnen Dynamiek wordt altijd Nederlands gesproken’’, legt Lieke uit. “Het is een leerwerkbedrijf. Nu is dit atelier er, maar daarvoor - en hierna - zijn er veel van dit soort activiteiten die zijn gericht op participatie. En taal is daar heel belangrijk bij.” “En dat is heel goed’’, vult Adries aan. “Dat is de manier waarop je het leert’’, aldus Lieke. “Je mag best iets aan de ander uitleggen in een andere taal.’’ Om elkaar vooruit te helpen. “Maar daarna ga je weer verder in het Nederlands.’’
Deel dit artikel: