DE AANPAK
Gemeente West Maas en Waal wil mensen op passende manier activeren
Wethouder Rob Reuvers is sinds halverwege 2021 als opvolger van Bert van Swam verantwoordelijk voor dit project. Hij bezocht de locatie Ambachtsweg in juni voor de eerste keer en vertelt wat hem opviel. Hij sluit af met tips voor andere gemeenten.
Rob: ‘Vooral de positieve sfeer viel op. Deelnemers zijn blij, ze ervaren houvast aan elkaar en de structuur die er wordt geboden. Mensen voelen zich gezien en dat uit zich in individueel maatwerk waarbij iemand ook zelf invulling kan geven aan zijn ontwikkeling. Druk en afrekencultuur ontbreken en tegelijk is er wel verantwoordelijkheidsgevoel waar mensen elkaar ook op aanspreken.
Deze pilot en de ondersteuning van deze groep inwoners met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt is niet alleen de verantwoordelijkheid is van Werkzaak Rivierenland. Zorg voor verbinding en creëer een klimaat waarin partners elkaar opzoeken en willen helpen. Doe het niet allemaal zelf maar kijk ook vooral wat al aanwezig is. Niet alles hoeft geld te kosten. Wederzijdse dienstverlening, als jij mij hiermee helpt, kan ik dat voor jou doen, is ook een betaalmiddel.’
"De meerwaarde bestaat uit vier onderdelen. Begeleiding dicht bij huis, individueel maatwerk, een vangnet en er kunnen toegevoegde nuttige werkzaamheden voor de maatschappij worden gedaan"
Wat was eigenlijk de aanleiding voor deze opdracht aan Werkzaak?
Rob: ’De insteek van ons als gemeente is dat mensen zoveel mogelijk geactiveerd worden op een manier die voor hen op dat moment passend is. Ik denk dan aan stappen als van een sociaal isolement naar een vereniging, koffie schenken bij het museum of deel gaan nemen aan een taaltraining. Omdat Werkcoöperatie West Maas en Waal wilde stoppen met hun begeleidingsaanbod voor de meest kwetsbare werkzoekenden kwam Werkzaak hiervoor in beeld.
Bij de evaluatie 2020 van Werkzaak Rivierenland is uitvoerig gesproken over het uitbreiden van de dienstverlening naar de meest kwetsbare werkzoekenden. Vanaf 2021 werd het mogelijk om deze dienstverlening bij Werkzaak onder te brengen. Zo realiseerden we een ononderbroken ontwikkelingslijn voor mensen met een afstand op de arbeidsmarkt. En Werkzaak biedt de mogelijkheid om bijstandsgerechtigden, die met tijdelijke begeleiding of binnen 12 tot 24 maanden kunnen werken, meer thuisnabij en divers werkfit te maken.’
Wij willen participeren naar vermogen mogelijk maken voor inwoners met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt
Wat wil de gemeente bereiken?
Rob: ‘Wij willen participeren naar vermogen mogelijk maken voor inwoners met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt. Deze mensen zijn de verbinding met de samenleving kwijtgeraakt. We willen hen begeleiden en de gelegenheid geven om participatie- of werkervaring op te doen. En zo de kans bieden om zich verder te ontplooien en om geleidelijk aan meer arbeidspotentieel te ontwikkelen. Het leren en werken bij een plaatselijke organisatie of ondernemer, dichtbij huis, kan voor deze doelgroep worden gezien als een eerste stap richting arbeid- en/of participatie-deelname.’
De gemeente wil bereiken
- nuttige, duurzame, dagbesteding op het juiste niveau en binnen de juiste setting voor de uitkeringsgerechtigde
- doorstroming naar de groep die met begeleiding kans heeft op werk
- uitstroom naar betaald werk
De jaren 2021 en 2022 worden gebruikt als ontwikkeljaren
De focus ligt op:
1. Evaluatie van de bestaande dienstverlening
Centraal in 2021 staat: behouden wat goed werkt in de pilot. Het gaat dan om bepalen wat effectief, efficiënt, en passend is voor de doelgroep en bijdraagt aan de meerwaarde van een decentrale locatie..
2. Ontwikkeling van nieuwe dienstverlening
Helder krijgen wat bijdraagt aan de ontwikkeling van de kandidaten en daarmee ook de re-integratie instrumenten van Werkzaak Rivierenland vergroot:
- arbeidsmatige dagbesteding
- arbeidsparticipatie voor beschut werk en banenafspraak
- leer- en ontwikkelplaatsen voor werkzoekenden
- inkomsten/opbrengsten genereren met dienstverlening aan derden
- creatie van vormen van sociaal ondernemen
De pilotperiode wordt continu gemonitord. De projectgroep bestaat uit medewerkers van Werkzaak Rivierenland (management en uitvoering) en gemeente West Maas en Waal. Frequent vindt terugkoppeling en overleg plaats met het (dagelijks) bestuur van Werkzaak en de verantwoordelijk portefeuillehouder van gemeente West Maas en Waal. Kernwoord: samen(werking)!
Waar zie je meerwaarde, waar zie je risico?
Rob: ‘De meerwaarde bestaat uit vier onderdelen. Begeleiding dicht bij huis, individueel maatwerk, een vangnet en er kunnen toegevoegde nuttige werkzaamheden voor de maatschappij worden gedaan.
Voor mensen met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt kan reizen een beperkende factor zijn in hun participatie-mogelijkheden en dagelijks leven. Vanaf de start van de begeleidingsactiviteiten is daarom gekozen voor centraal gelegen locatie die voor de kandidaten uit onze gemeente voldoende dichtbij is. Zo ontstaan wellicht ook ontwikkelmogelijkheden voor klanten met een hoger arbeidsprofiel (of mengvormen daarvan).
Per individu is de participatie in duur en omvang als maatwerk te bepalen. Deze moet worden afgestemd op fysieke en psychische mogelijkheden, persoonlijke en gezinssituatie, vervoer en bereikbaarheid en persoonlijke kwaliteiten. De pilot is ook een tijdelijk vangnet als mensen weer terugvallen uit (tijdelijke) werk. De inzet van de doelgroep kan in allerlei werkzaamheden. Het geeft de klant de ervaring dat hij waardevol is en verantwoordelijk werk verricht.’
"Ook de inwoners die niet met een betaalde baan participeren in het arbeidsproces vertegenwoordigen een grote - maatschappelijke- waarde"
Schotten wegnemen
Rob: ‘We willen schotten wegnemen en zien mogelijkheden om de ontwikkellijn van alle uitkeringsgerechtigden vloeiend te laten verlopen. Als de uitkeringsgerechtigde regulier kan werken moet dit worden gerealiseerd. Ook als dit beschut is of als arbeidsmatige dagbesteding of onder de baanafspraken past (Sociaal Akkoord). Het gaat om creëren van werkgelegenheid. Samensmelting van dienstverlening kan terugval uit (gedeeltelijk) betaalde arbeid of doorstroom daar naartoe eenvoudiger maken. Het kan een leerschool zijn voor kandidaten om te ervaren wat het betekent om betaald werk te doen.
Het is belangrijk om vooraf te benadrukken wat het doel is: participatie als een kans voor mensen om actief deel te nemen aan de samenleving, maatschappelijk nuttig bezig te zijn en om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. Dit voorkomt misverstanden en weerstand bij partners en klanten. We realiseren ons dat bij een belangrijk deel van de klanten met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt sprake is van multi problematiek, zoals zorg-gerelateerde problematiek. Dat betekent dus dat je op enig moment de keuze moet maken om (tijdelijk) niet actief in te zetten op participatie omdat de zorgvraag te groot is.’
Hoe verhoudt Werkzaak zich tot jullie sociaal team?
Rob: ‘De coach werkt nauw samen met de consulenten van VraagWijzer West Maas en Waal. Vraagwijzer is het zorgloket voor alle ondersteuningsvragen van inwoners. Het zorgaanbod en de knelpunten worden snel onderkend, aangepast en afgestemd. De klant zit niet klem tussen noodzakelijk zorgaanbod en participatie-activiteiten. Het ondersteund en versterkt elkaar.’
Wat adviseer je andere gemeenten over de doelgroep van mensen die zeer moeilijk bemiddelbaar zijn naar werk?
Rob: ‘Ook de inwoners die niet met een betaalde baan participeren in het arbeidsproces vertegenwoordigen een grote (maatschappelijke) waarde. Het zoeken, erkennen, ondersteunen en waarderen daarvan heeft een grote invloed op de kwaliteit van leven van onze inwoners. Het draagt ook bij aan een vermindering van de zorgvraag van deze inwoners. Hun hulpbehoevendheid neemt af en de zelfredzaamheid en eigenwaarde nemen toe.
Verwacht geen wonderen. Er is niet binnen 2 jaar een vermindering van je bestand uitkeringsgerechtigden. Resultaten zijn ook niet altijd in geld uit te drukken. Dit in tegenstelling tot de uitstroom van een klant uit de uitkering. Wat is nu de geld-waarde als een kandidaat met een grote afstand tot de arbeidsmarkt zich ontwikkelt en daardoor als vrijwilliger aan de slag kan bij een maatschappelijke organisatie in het eigen dorp? Wees je er van bewust dat investeren in de doelgroep geld kost! Meer dan het budget dat het Rijk je geeft.’